GENERALE REGELING VOOR HET AANGAAN EN ONDERHOUDEN VAN RELATIES MET KERKEN IN HET BUITENLAND
Ingevolge artikel E70 KO Gewijzigde versie april 2017
Artikel 1 Diversiteit aan relaties
De Gereformeerde Kerken in Nederland onderhouden bilaterale en multilaterale contacten met buitenlandse kerken. Bij bilaterale relaties dient te worden onderscheiden tussen zusterkerkrelaties en kerkelijke contacten. Bij multilaterale relaties valt te denken aan het participeren in netwerken van buitenlandse kerken.
Artikel 2 Zusterkerkrelaties
2.1 Inhoud:
Een zusterkerkrelatie met buitenlandse kerken houdt in het naar gereformeerd belijden erkennen van elkaar als ware kerken van de Here Jezus Christus en het dienovereenkomstig oefenen van kerkelijke gemeenschap.
2.2 Aangaan:
De Gereformeerde Kerken in Nederland gaan niet eerder een zusterkerkrelatie met een buitenlandse kerk aan dan wanneer zij zich, met name door middel van deputaten, ervan vergewist hebben dat deze kerken de gereformeerde belijdenis van het Woord van God niet slechts officieel hebben aanvaard, maar ook metterdaad tot gelding doen komen in hun kerkelijke praktijk van leer, eredienst, kerkregering en tucht.
Daarbij wordt er rekening mee gehouden dat:
a. de Here Christus zijn kerk onder verschillende volken, die elk door hun bijzondere geografische ligging, historie en cultuur zijn bepaald, vergadert, zodat buitenlandse kerken om verschillen op ondergeschikte punten inzake wijze van belijden, liturgie, kerkorde en praktijk niet veroordeeld zullen worden;
b. wanneer er sprake is van relaties met derden, zorgvuldig dient te worden nagegaan, wat deze relaties voor de desbetreffende kerk betekenen om zo de waarde, de zin en eventueel de wijze van aangaan en/of oefening van een zusterkerkrelatie te beoordelen;
c. er in bepaalde landen meer dan één verband van kerken kan bestaan dat erkend dient te worden als verband van ware kerken van onze Here Jezus Christus. Daarom kan de mogelijkheid van een relatie met meer dan één verband van kerken in hetzelfde land niet altijd zonder meer uitgesloten worden. In een dergelijke situatie van ‘dubbele correspondentie’ zal vanwege Christus’ gebod tot eenheid niet worden berust, maar zij zal onderwerp van gesprek dienen te blijven.
2.3 Regels:
Indien een zusterkerkrelatie met een kerk in het buitenland is aangegaan, wordt deze geoefend aan de hand van enige regels, die dienen om als gereformeerde kerken samen bij de belijdenis van Gods Woord te blijven en elkaar te helpen, te bemoedigen en op te scherpen in het in woord en daad getuigen zijn van de Here Jezus Christus in deze wereld. Van Nederlandse zijde gelden daarvoor de volgende regels:
a. de kerken staan elkaar zo veel mogelijk bij in de handhaving, verdediging en bevordering van de gereformeerde belijdenis naar de Schriften in leer, kerkregering, tucht en eredienst;
b. de kerken informeren elkaar over de besluiten van de meeste vergaderingen, indien mogelijk door toezending van de Acta ervan of anders tenminste door toezending van de voor de desbetreffende kerk relevante besluiten (waar mogelijk in vertaling);
c. de kerken informeren elkaar met betrekking tot het aangaan van zusterkerkrelaties met derden;
d. de kerken aanvaarden elkaars attestaties; zij laten ook de leden van de desbetreffende kerken toe tot de sacramenten op vertoon van een genoegzaam kerkelijk attest;
e. de kerken stellen in principe de kansels voor elkaars predikanten open met inachtneming van de bepalingen, voor het eigen kerkverband aanvaard;
f. in geval van wijzigingen van of aanvullingen op de belijdenis, kerkorde of liturgische formulieren die inhoudelijk van confessionele aard zijn, wordt op het voornemen
hiertoe bij de zusterkerken bijzondere aandacht gevestigd, zodat zo veel mogelijk overleg voor de definitieve besluitvorming kan plaatsvinden;
g. de kerken ontvangen elkaars afgevaardigden op hun meeste vergaderingen en nodigen hen uit zitting te nemen als adviseurs, zoveel dit mogelijk is.
2.4 Bezwaren:
Als een zusterkerk bezwaar heeft tegen een synodebesluit over leer, kerkregering, tucht en liturgie, behoort zij zich rechtstreeks te richten tot de generale synode.
Zo nodig en zo mogelijk gaan deputaten in persoonlijke ontmoetingen het gesprek aan met de deputaten van de betreffende zusterkerken, om te voorkomen dat de bezwaren zich verdiepen tot een crisis in de relatie.
2.5 Verscheidenheid:
Niet voor alle zusterkerken kunnen dezelfde regels voor de beoefening van de relatie gehanteerd worden. Culturele, taalkundige en materiële factoren kunnen rechtvaardigen dat maatwerk wordt toegepast, zolang daarmee aan het onder 2.1 omschreven karakter van de zusterkerkrelatie recht wordt gedaan.
Artikel 3 Contacten
De Gereformeerde Kerken in Nederland onderhouden bilaterale contacten met kerken, die (nog) niet voldoen aan de voorwaarden voor het aangaan van een zusterkerkrelatie, maar waarvoor zij een bijzondere verantwoordelijkheid kennen en waarmee zij zich hartelijk verbonden weten in Christus. Afhankelijk van de mate van overeenstemming in de leer kunnen aan deze relatie ook wederzijdse rechten en verplichtingen verbonden zijn.
Artikel 4 Netwerken
De Gereformeerde Kerken in Nederland participeren in netwerken van christelijke kerken. Daarbij ligt het zwaartepunt bij netwerken in eigen Europese regio, zonder dat aan netwerken wereldwijd wordt voorbij gegaan.
In het kader van netwerken nemen de deputaten voor de betrekkingen met buitenlandse ook zelf initiatieven, onder meer door het beleggen van conferenties.
Artikel 5 Afstemming
De Gereformeerde Kerken in Nederland stemmen bij het onderhouden van kerkelijke relaties in het buitenland zoveel mogelijk af met de regionale samenwerkingsverbanden en met Verre Naasten, wanneer er sprake is van overlap met de relaties die zij in het buitenland onderhouden.